-
1 practice
n. praktijk, toepassing--------v. trainen, oefenen, drillen; praktizeren (van een leer of geloof); praktijk doen, in de leer gaanpractice11 praktijk ⇒ toepassing, aanwending2 oefening ⇒ training, ervaring5 uit/beoefening ⇒ het praktiseren, praktijk 〈 van advocaat, arts e.d.〉♦voorbeelden:1 put something in(to) practice • iets ten uitvoer/in praktijk brengenin practice, it doesn't work • in de praktijk werkt het nietyou need more practice • je hebt meer oefening nodigbe out of practice • het verleerd hebben, uit vorm zijn————————practice2〈 werkwoord〉→ practise practise/ -
2 practice makes perfect
См. также в других словарях:
Verzetsmuseum — The Dutch Resistance Museum (Dutch: Verzetsmuseum) is located in Amsterdam. The Dutch Resistance Museum, chosen as the best historical museum of the Netherlands, tells the story of the Dutch people in Word War II. From 14 May 1940 to 5 May 1945,… … Wikipedia